Kreupelheidsonderzoek bij het paard, onderzoeker of detective?
donderdag 6 februari 2025
Het is erg belangrijk om het gedrag van kreupele paarden tijdig te herkennen, om het welzijn van de paarden te bevorderen en het ontwikkelen van chronische aandoeningen te voorkomen. Het herkennen van kreupelheid is echter een lastige taak.
Het herkennen van kreupelheid is echter een lastige taak, zeker voor paardeneigenaren en minder ervaren ruiters, maar ook diergeneeskunde studenten en pas afgestudeerde dierenartsen hebben regelmatig moeite met het identificeren van het aangetaste been.1,2,5 Zelfs bij ervaren dierenartsen kan het herkennen van kreupelheid lastig zijn bij subtiele gevallen.1,2 Dit artikel geeft meer informatie over de definitie kreupelheid en het kreupelheidsonderzoek.
Wat is kreupelheid?
Kreupelheid is een aandoening aan het bewegingsstelsel waardoor het paard een onregelmatige gang vertoont en bestaat uit; belastings-, bewegings- en gemengde kreupelheid.3,4 Bij belastingskreupelheid ervaart het paard pijn of ongemak tijdens de standfase (gewichtsdragend op het lidmaat) terwijl bij bewegingskreupelheid het paard dit ervaart als het lidmaat naar craniaal wordt bewogen. De meeste kreupelheden zijn van gemengde aard, waarbij het paard pijn en ongemak ervaart tijdens de gewichtsdragende- én de zweeffase.
Kreupelheid kan ook secundair of compensatoir ontstaan. Compensatoire kreupelheid is een valse kreupelheid die ontstaat doordat het paard zo min mogelijk gewicht wil hebben op het aangetaste lidmaat en ontwikkelt zich aan het tegenovergestelde lidmaat. Deze vorm van kreupelheid verdwijnt als de primaire oorzaak oplost. Secundaire kreupelheid ontstaat wanneer er door compensatie van het aangetaste lidmaat schade ontstaat aan spieren of gewrichten. Deze secundaire kreupelheid blijft vaak nog aanwezig na het oplossen van de primaire kreupelheid.
Verandering in bewegingen door kreupelheid.
Wanneer een paard last heeft van kreupelheid, maakt het compenserende bewegingen. Ter hoogte van het hoofd, zijn bij kreupelheid aan de voorbenen deze bewegingen te zien als verticale hoofdbewegingen. Het hoofd wordt omhoog getild wanneer het paard landt op het aangetaste lidmaat, om zo minder gewicht op het pijnlijke lidmaat te hebben.3,4
Kreupelheid aan de achterbenen is lastiger te herkennen, maar ook daar is een verschil in gewichtsverdeling te zien. Bij het aangetaste been wordt een kleinere op- en neerwaartse beweging waargenomen van het bekken in vergelijking met het gezonde been.5
Soms kunnen de bewegingen van het hoofd of bekken zorgen voor misinterpretatie bij het bepalen van de locatie van de kreupelheid. Bij bijvoorbeeld achterhandkreupelheid is er soms een hoofdknik waarneembaar bij neerkomen op het ipsilaterale voorbeen. Daardoor kan dit de indruk wekken dat het paard voor mank is en niet achter. Andersom kan dit ook gebeuren met de bewegingen van het bekken. 3,5
Maar; niet elke asymmetrie is afwijkend. Soms ook is er ook natuurlijke variatie, net zoals dit kan voorkomen bij bijvoorbeeld de hartslag en lichaamstemperatuur.3
Verandering in gedrag door kreupelheid.
Het ‘Ridden Horse Pain Ethogram’ is een ethogram met daarin 24 gedragingen om te beoordelen of een paard pijn of ongemak heeft aan het bewegingsstelsel. Enkele van deze gedragingen zijn bijvoorbeeld2:
- Bewegingen aan het hoofd; blijft het in een verticale positie of beweegt het op en neer of van links naar rechts?
- Hoe wordt de staart gehouden, is dit recht en vrij gedragen?
- Hoe beweegt het paard? Is er een regelmatig ritme en tempo in alle gangen, loopt het paard rechtlijnig in twee sporen, wordt er niet spontaan gewisseld van voor- of achterbeen of tussen de verschillende gangen?
- Hoe volgt het paard de aanwijzingen op? Is dit zonder te schrikken en gewillig zonder te bokken of te steigeren?
Onderstaand in de tabel staan alle 24 gedragskenmerken van het Ridden Horse Pain Ethogram weergegeven.2 Wanneer een paard een score van 8 of hoger heeft, heeft het paard pijn of ongemak aan het bewegingsstelsel.2
Het beoordelen van kreupelheid.
Kreupelheid aan de voorbenen komt vaker voor dan kreupelheid aan de achterbenen. De ratio van de verdeling van het lichaamsgewicht over de voor- en achterbenen is ongeveer 60:40. 6
Om erachter te komen waar het paard kreupel is, is het aangeraden om te werken met een gestructureerd stappenplan:3
Start met een grondig lichamelijk onderzoek en controleer de ziektegeschiedenis.
Een kreupelheidsonderzoek start met het verzamelen van voldoende informatie; leeftijd, geslacht, ras, activiteit, wanneer is de kreupelheid gestart en hoe lang is het al gaande, wordt de aandoening erger in rust of in beweging? Etc.
Beoordeel het paard in rust.
Een paard in rust moet vierkant staan; d.w.z. een gelijke verdeling van het gewicht over de ledematen. Een paard staat het merendeel van de dag op zijn benen, waardoor het belangrijk is dat het paard ontspannen staat. Bij pijn of ongemak staat er meer spanning op de spieren wat zorgt voor een negatief effect op de ligamenten en gewrichten. Controleer verder ook of er zichtbare aanwijzingen zijn van letsels.
Beoordeel het paard in beweging.
Start met het laten wandelen van het paard in een rechtlijnige beweging, van je af en naar je toe. Let hierbij goed op asymmetrie en de zweeffases van de benen. De volgende stap is het beoordelen van het paard in draf in een rechte lijn, let hierbij ook goed op de hoofdbewegingen en bewegingen van het bekken.
Luister tijdens het beoordelen ook naar het geluid van de hoeven op de grond. Zeker bij hardere ondergronden is de kreupelheid dan regelmatig te horen. Een kreupel lidmaat heeft immers minder contact met de grond en is daardoor ook zachter van geluid.
Laat daarna het paard lopen in een cirkel. Hierbij wordt de kreupelheid van het aangetaste lidmaat vergroot als deze aan binnenkant van de cirkel is.
Het beoordelen van de graad van kreupelheid kan door verschillende scoringssystemen. Er zijn diverse scoringssystemen in omloop, variërend op een schaal van 0-5 tot 0-10.
Soms is de kreupelheid alleen zichtbaar (of beter zichtbaar) bij het bereden paard, omdat het gaat om bijvoorbeeld bepaalde bewegingen of een specifieke sport.
Palperen van het bewegingsstelsel; controle van de spieren, pezen en gewrichten.
Controleer het bewegingsstelsel op de aanwezigheid van zwelling, warmte, gevoeligheid, of andere fysieke abnormaliteiten. Pulsatie in bloedvaten van de distale ledematen kan bijvoorbeeld duiden op een ontsteking of infectie in deze regio.
Hoeftesten.
Een hoeftester is erg waardevol bij het kreupelheidsonderzoek. Pijn in de voet is namelijk de meest voorkomende oorzaak van kreupelheid in het voorbeen. Door met de hoeftester druk uit te oefenen op de zool kan de gevoeligheid worden beoordeeld.
Buigproeven.
Bij buigproeven worden de gewrichten onderworpen aan een stresstest om zo het effect van de kreupelheid te versterken. Een nadeel van deze buigproeven is dat het niet mogelijk is om maar één gewricht te testen.
Geleidingsanesthesie / zenuwblokkade.
Geleidingsanesthesie zorgt voor het nauwkeurig bepalen van de locatie van de kreupelheid. Hierbij worden specifieke delen van het been ongevoelig gemaakt en wordt nadien nogmaals het paard in beweging beoordeeld. Zorg er wel voor dat de anesthesie op de juiste plek wordt geïnjecteerd en houd er ook rekening mee dat diffusie kan optreden na perineurale injecties, waardoor het anesthesiemiddel verder naar boven in het been wordt verspreid. Hierdoor is het belangrijk om het paard zo snel mogelijk in beweging te beoordelen nadat de anesthetica is ingewerkt.
Medische beeldvorming.
Wanneer eenmaal de locatie van de kreupelheid is achterhaald, geeft medische beeldvorming meer informatie over de aandoening. Röntgen is veelgebruikt, maar ook echo wordt vaak toegepast. Bij complexere gevallen kan MRI of scintigrafie meer inzicht geven.
Referenties:
-
Feuser A-K., Gessel-May S., Müller T., May A. 2022. Artificial intelligence for lameness detection in horses – a preliminary study. Animals (12) p. 2 – 20.
-
Dyson S., Pollard D. 2024. Determination of Equine behaviour in subjectively non-lame ridden sports horses and comparison with lame sports horses evaluated at competitions. Animals (14) p. 1-17.
-
Davidson E.J. 2018. Lameness evaluation of the athletic horse. Veterinary clinics equine (34) p. 181 – 191.
-
Weishaupt A. M. 2008. Adaptation strategies of Horses with Lameness. Veterinary clinics equine practice (24) p. 79-100.
-
Starke D.S., Oosterlinck M. 2018. Reliability of equine visual lameness classification as a function of expertise, lameness severity and rater confidence. Veterinary record p. 1 -8.
-
Ross M. W., Dyson S. J. 2010. Diagnosis and management of lameness in the horse. 2nd edition Saunders-Elsevier.
Dit artikel is geschreven door Jordy de Mul, DVM