Multimodale behandeling van pijn bij paarden.


 

Dr. Thijs van Loon is dierenarts en Europees Specialist Veterinaire Anesthesiologie en Pijnbestrijding bij Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht. Onlangs was  hij spreker op een van de events van Dechra. Hier sprak hij over de multimodale aanpak in het behandelen van pijn bij paarden. Jordy de Mul, dierenarts bij Dechra, schreef hierover een samenvattend artikel.

Wat is multimodale pijnbestrijding?

Multimodale pijnbestrijding combineert verschillende pijnstillers of behandelingsmethoden met een perifere en/of centrale werking. Hierdoor ontstaat er een synergie tussen de medicatie, waardoor bijvoorbeeld lagere doseringen mogelijk kunnen zijn voor hetzelfde pijnstillend effect.

Samenstellen van een behandelingsmethode.

Een behandelingsmethode samenstellen voor een bepaalde patiënt kan op basis van equine pijnschalen, gebaseerd op de WHO pijnschalen van de mens. De gradatie van de schalen loopt van niveau 1 tot en met 5, waarbij 1 milde pijn en 5 zeer erge pijn is.

Klik hieronder op elk niveau om te lezen wat de aanpak per niveau is.

Niveau 1 bevat NSAID’s en andere medicatie zoals tramadol, gabapentine en paracetamol (off label use). Het zijn vooral de NSAID’s die als eerste worden gebruikt. De medicijnen uit deze groep hebben veelal ook een anti-inflammatoir effect.

De productkeuze wordt bepaald door o.a. kosten, beschikbaarheid en bekendheid. Daarnaast zijn er producten uit deze groep die door de paardeneigenaren zelf toe te dienen zijn.

Onderstaande tabel geeft weer welke werkzame stoffen in niveau 1 vallen en welke producten uit het Dechra assortiment daarbij horen:

Werkzame stof Dechra product Klik op de afbeelding voor meer informatie en de SPC:
Fenylbutazon Equipalazone (pasta & poeder)

Flunixine Cronyxin
Meloxicam

Novacam paard 

Meloxidolor 20 mg/ml

Ketoprofen    
Carprofen    
Firocoxib    
Paracetamol    
Tramadol    
Gabapentine    
Vedaprofen    

 

Op niveau 2 worden naast de middelen uit niveau 1 ook opioïden gebruikt bij onvoldoende effectieve pijnbestrijding. Butorfanol en buprenorfine zijn geregistreerd voor paarden, waarbij buprenorfine alleen voor niet voedselproducerende paarden. Morfine en fentanyl zijn niet geregistreerd, maar staan wel op de lijst van 6 maanden wachttijd. Methadon is niet geregistreerd voor het paard en staat ook niet op de 6 maandenlijst.

Het gebruik van opioïden i.c.m. α2-agonisten geeft een synergetisch effect, waardoor sedatiemiddelen in een lagere dosis gebruikt kunnen worden. Butorfanol is erg effectief voor viscerale analgesie (acute koliek), buprenorfine vooral voor postoperatieve analgesie en morfine en methadon voor somatische analgesie.

Onderstaande tabel geeft weer welke werkzame stoffen in niveau 2 vallen en welke producten uit het Dechra assortiment daarbij horen: 

Werkzame stof Dechra product Klik op de afbeelding voor meer informatie en de SPC:
Butorfanol Butomidor
Buprenofine Bupredine multidose
Methadon    
Morfine    

 

Op niveau 3 worden er nog altijd (mits er geen contra-indicaties zijn) NSAID’s gebruikt, evt i.c.m. opioïden. Wat op niveau 3 extra wordt toegepast, zijn lokale anesthesietechnieken; epidurale anesthesie / analgesie, regionale anesthesie aan het hoofd, verdoving bij wonden (wondkatheters) etc.

Onderstaande tabel geeft weer welke werkzame stoffen in niveau 3 vallen en welke producten uit het Dechra assortiment daarbij horen: 

Werkzame stof Dechra product Klik op de afbeelding voor meer informatie en de SPC:
Lidocaïne / Mepivacaïne 2% Mepidor
Xylazine

Sedaxylan

Sedazine 10%

Detomidine

Detosedan

Domidine

Ketamine Anesketin
Bupivacaïne    

 

Op niveau 4 wordt er naast voorgaande toepassingen, ook gebruik gemaakt van een ‘constant rate infusion (CRI)’.

Vooral bij patiënten waar lokale anesthesietechnieken niet haalbaar / mogelijk zijn door pijn of lokalisatie, wordt dit regelmatig toegepast. Bij een CRI worden diergeneesmiddelen aan constante infuussnelheid toegediend.

Ketamine is een NMDA-receptor antagonist (pijnstillend) en voorkomt centrale sensitisatie. Lidocaïne heeft een lokaal anesthetisch effect in zowel het perifeer als centraal zenuwstelsel. Daarnaast voorkomt het perifeer hyperalgesie en centraal sensitisatie. De α2-agonisten zorgen voor een goede viscerale analgesie.

Onderstaande tabel geeft weer welke werkzame stoffen in niveau 4 vallen en welke producten uit het Dechra assortiment daarbij horen: 

Werkzame stof Dechra product Klik op de afbeelding voor meer informatie en de SPC:
Ketamine Anesketin
Alpha2-agonisten

Detosedan

Domidine

Sedaxylan

Sedazine

Rominervin

 

Niveau 5 bevat de zenuwstimulatietechnieken die additioneel toegepast kunnen worden bij paarden met pijn. Een voorbeeld in de praktijk is het gebruik van zenuwstimulatietechnieken bij headshakers. 

 

Wilt u nog meer weten over pijnbestrijding en -management bij paarden? Er zijn BEVA guidelines beschikbaar over analgesie.

Klik hier om deze in te zien.

keyboard_arrow_up